Vanuit de hoek van de klas heb ik een goed overzicht over de hele groep. Een groepje van vier jongens links achterin de klas lijkt niet erg op te letten tijdens de uitleg van de leerkracht. Ze seinen naar elkaar en fluisteren tegen elkaar. De grootste jongen van het groepje neemt het voortouw door er steeds doorheen te praten en de andere jongens doen mee. Als de leerkracht het in de gaten krijgt en zegt: “Doen jullie ook even mee?” krijgt ze als antwoord van één van de jongens: “Hij begon hoor, juf!” Als de juf even later het stilteteken laat zien door haar hand op te steken, duurt het zeker een minuut voor de hele klas stil is. Het groepje met de vier jongens steekt hun hand pas op nadat de juf roept: “En nu wil ik dat het stil is!”
Regie voeren op de regels en afspraken
De groep was het jaar goed begonnen met het vaststellen van de groepsmissie en daaraan gekoppeld de groepsregels. Als ik de leerkracht vraagt waar de regels hangen in de klas, zegt ze dat ze een A4tje met de regels op haar bureau heeft liggen.
Ondanks dat de leerkracht een goede start heeft gemaakt met het vaststellen van de groepswens en de regels, heeft het er de schijn van dat er momenteel onvoldoende regie wordt gevoerd op de naleving ervan. De regels leven niet voor de groep. De grenzen zijn hierdoor niet duidelijk. Het groepje van de vier jongens lijkt een eigen groepscode te hebben ontwikkeld, waarin de grootste jongen als informele leider zijn eigen regels lijkt te bepalen.
De praktijk in het beste geval
Regie voeren op de regels en afspraken betekent in de praktijk dat de groepsmissie en de klassenregels duidelijk zichtbaar hangen in de groep. Wil je er regie op kunnen voeren, dan moeten ze allereerst voor alle kinderen zichtbaar zijn. In bovenstaand voorbeeld betekent regie voeren de jongens aanspreken op hun gedrag op een responsieve manier.
Praktisch: responsieve vragen stellen
Als leerkracht zou je de grootste jongen van het groepje zo kunnen aanspreken: “We hebben met elkaar afgesproken dat iedereen rustig kan werken in de klas. De afspraak is daarbij dat er één tegelijk praat, houd jij je nu aan deze afspraak? …Wat zou je wel kunnen doen, zodat iedereen in je groepje rustig kan werken? Gaat dat je lukken?… Harstikke goed!”
Responsieve, inlevende, vragen helpen beter om goed gedrag te stimuleren, dan ”de hou op- doe-niet manier”. Omdat deze aanpak de verantwoordelijkheid voor gedrag ook bij de leerlingen zelf legt.
De andere praktijk
Het zou fijn zijn als de aanpak zoals hierboven beschreven ook daadwerkelijk direct aanslaat in de praktijk. We weten echter allemaal dat de praktijk vaak weerbarstiger is. Als de groepscode in het groepje al stevig verankerd is, zal bovenstaande aanpak waarschijnlijk niet meteen aanslaan. Je zult als leerkracht eerst regie moeten gaan voeren op het groepsdynamische proces dat binnen het groepje plaats vindt.
Praktisch: apart nemen
De groepsleider apart aanspreken op zijn gedrag, is een goede manier hierbij. In het groepje zal hij niet willen afgaan voor de anderen en waarschijnlijk een brutale reactie geven naar jou als leerkracht om zijn gezicht te redden ten overstaan van de groep. Individueel met de jongen om tafel gaan zitten, werkt daarom beter.
Het begint met grenzen stellen
Verder is het natuurlijk heel belangrijk dat je als leerkracht zelf duidelijk grenzen stelt; welk gedrag accepteer je wel en welk gedrag niet? Bij twijfel, vergroot het gedrag dan keer 50, keur je het dan nog steeds goed? Zo niet, begrens het dan tijdig. Wees duidelijk, wees consequent in wat wel en wat niet mag. Ben je bewust van je eigen onderliggende normen en waarden daarbij.
Praktisch: blijf de regie voeren
In bovenstaand voorbeeld betekent dit dat je niet een minuut lang wacht tot het stil wordt. Je blijft regie voeren. Je gaat stevig staan, klapt in je handen en geeft het stilteteken. Je benoemt onderwijl het gewenste gedrag; “Leg je spullen neer en kijk naar mij. Geef de leerlingen die het gewenste gedrag laten zien een compliment.
Spoor de leerlingen aan die het gewenste gedrag nog niet laten zien, door het gewenste gedrag te benoemen. Je laat je stem zakken, gaat zachter praten en geeft de klas een compliment voor het gewenste gedrag. Dan ga je beginnen met de les.
In de volgende blog ga ik het hebben over hulpmiddelen bij het voeren van de regie.