Ontdek praktische technieken om vmbo leerlingen te motiveren en hun leerervaring te verbeteren voor succes in de klas.

Effectieve strategieën om vmbo-leerlingen te motiveren en hun betrokkenheid te vergroten

Het is erg belangrijk om vmbo-leerlingen te motiveren. Dit helpt niet alleen bij hun schoolprestaties, maar ook voor hun welzijn. In vergelijking met andere landen, zijn Nederlandse leerlingen minder gemotiveerd. Ze hebben vaak het gevoel dat ze moeten leren, in plaats van dat ze het zelf willen.

Uit onderzoek blijkt dat leerlingen beter leren als ze meer vrijheid krijgen. Als leerlingen keuzes mogen maken, voelen ze zich beter. Ook is het belangrijk om een leeromgeving te creëren waarin ze zich gestimuleerd voelen. En betrokkenheid van ouders speelt een grote rol.

Als docenten zowel structuur bieden als vrijheid geven, werkt dit het best. Gebruik bijvoorbeeld toetsen om inzicht te krijgen in hoe leerlingen leren. Dit helpt leerlingen om zelf ook te zien wat ze hebben geleerd. Docenten die leren om meer autonomie in hun lessen te brengen, helpen hun leerlingen erg goed.

Docenten kunnen meer betrokkenheid creëren door duidelijk te zijn over wat ze verwachten. Maar ze moeten dit wel op een ondersteunende manier doen. Het is belangrijk dat docenten geloven dat elke leerling gemotiveerd kan zijn. Focussen op de inzet en vooruitgang van leerlingen werkt beter dan alleen naar prestaties kijken.

De focus op vooruitgang en inzet is heel belangrijk. Ook helpt het om leerlingen aan te spreken op een positieve manier. Vermijd het woord ‘moeten’. Het is belangrijk om te onthouden dat niet elke leerling dezelfde ondersteuning nodig heeft.

Wat betekent motiveren voor vmbo-leerlingen?

Motiveren gaat in het vmbo om meer dan alleen aansporen beter te doen. Leraren helpen leerlingen hun eigen motivatie te vinden door ze zelfstandiger te maken. Universiteit Utrecht, Universiteit van Amsterdam, en het Kohnstamm Instituut ontdekten iets interessants. Leraren die leren hoe ze autonomie en structuur bieden, zien betere motivatie bij hun leerlingen.

Als leraren hiervoor getraind zijn, zien vmbo-leerlingen een boost in hun interesse. Ze blijven het hele jaar gemotiveerd, in tegenstelling tot anderen wiens motivatie zakt. Plus, hun drive om doelen te bereiken blijft langer sterk.

De cijfers liegen er niet om: een vijfde van de vmbo’ers vindt school maar niets. Toch is bijna de helft wél enthousiast, vooral over de toekomst. Opvallend is dat meisjes wat blijer zijn met hun vakken dan jongens. Jongens daarentegen vinden gym en techniek leuker, wat ze erg motiverend vinden.

Onder motiveren valt ook het erkennen van wat leerlingen nodig hebben en hoe ze zich voelen. Het geven van keuzes en luisteren naar hun ideeën is belangrijk. Net als een focus op leren, waarbij toetsen meer zijn dan cijfers alleen. Autonomie steunen door samen regels te maken speelt een grote rol.

Kortom, motiveren in het onderwijs is meer dan alleen maar praten. Het is een aanpak die het hele leerproces omvat. Het zorgt voor echte motivatie die blijft.

Herken de behoeften van leerlingen

Om goed les te geven aan vmbo-leerlingen, is het belangrijk hun behoeften te herkennen. Ze zijn vaak praktisch ingesteld en hebben duidelijke instructies nodig. Ze reageren goed op lesmethoden die bij hun vaardigheden passen.

Veel vmbo-leerlingen vinden hun studies niet leuk. Onderzoek laat zien dat 40% zich ongemotiveerd voelt. En slechts 25% heeft echt interesse in de vakken die ze volgen.

Een aanpak die meer persoonlijk is, kan helpen. 70% van de docenten zegt dat het kennen van de leerbehoeften essentieel is. Het gaat erom echt te begrijpen wie je leerlingen zijn. Niet alleen op school, maar ook wat ze verder bezighoudt.

Technologie speelt ook een grote rol. 90% van docenten en leerlingen vindt dat ICT de motivatie verhoogt. Het is opvallend dat 80% van de vmbo-leerlingen liever interactief leert dan via gewone lessen. Door technologie slim te gebruiken, kunnen leerlingen actiever worden.

Feedback van docenten is heel belangrijk. 60% van de leerlingen zegt dat persoonlijke feedback ze echt helpt. Door goed te kijken naar wat elke leerling nodig heeft, kunnen docenten een groot verschil maken. Niet alleen voor de motivatie, maar ook voor de resultaten.

Creëer een stimulerende leeromgeving

Het verbeteren van de leeromgeving voor vmbo-leerlingen houdt in dat je leuke leerstrategieën gebruikt. Denk hierbij aan projecten doen en technologie gebruiken. Ook is het goed om leerstof aan te laten sluiten bij hun wereld. Zo wordt leren leuker en interessanter.

Onderzoek wijst uit dat leerlingen die zelf mogen kiezen, tot 40% meer gemotiveerd zijn. Dit laat zien hoe belangrijk een leuke klas is. Goede relaties tussen leraren en leerlingen maken ook een groot verschil. Ze kunnen de resultaten met wel 20-30% verbeteren.

Het is essentieel voor leraren om persoonlijk contact met hun leerlingen te maken. Het delen van eigen verhalen helpt hierbij. Dit versterkt de band en motiveert leerlingen. Een duidelijke opbouw van lessen helpt leerlingen zich bekwaam te voelen. Dat maakt de leerervaring beter.

Veel scholen werken al aan een betere leeromgeving. Het doel is een klas waarin leerlingen groeien in kennis, vaardigheden en zelfvertrouwen. Leraren spelen een sleutelrol door positieve feedback te geven. Regelmatige aanmoediging vergroot het zelfvertrouwen van leerlingen met 15-20%.

Betrek ouders en verzorgers

Ouders en verzorgers zijn erg belangrijk voor vmbo-leerlingen. Ze helpen met motivatie en leren. Door meer samen te werken, maken we een sterk netwerk. Dit helpt de leerlingen om beter te presteren op school.

Vooral leerlingen uit minder kansrijke omgevingen hebben veel baat bij ouderbetrokkenheid. Castro en anderen in 2015 zeggen dat deze groep extra ondersteuning nodig heeft.

Thuis hulp krijgen van ouders is heel belangrijk, volgens onderzoek. Het helpt kinderen meer dan hoe rijk hun ouders zijn of welke opleiding ze hebben. Boonk en anderen in 2018 bevestigen dit.

Nederlandse ouders vinden de opleiding van hun kinderen belangrijk. Samenwerken met scholen zorgt voor betere resultaten. Domina zei dit al in 2005.

Jongere kinderen hebben praktische hulp nodig. Oudere kinderen hebben meer behoefte aan vertrouwen. Bakker en collega’s merkten dit op in 2013.

Een goede relatie met ouders zorgt voor een fijne sfeer op school. Maar, we moeten niet overdrijven. Te veel controle kan slecht zijn voor de prestaties. Lindt besprak dit in 2019.

Samenwerken met ouders is echt belangrijk. Het zorgt voor steun en meer kans op succes voor leerlingen. Laten we investeren in deze samenwerking.

Differentiatie in de klas

In het vmbo is het gebruik van differentiatietechnieken essentieel. Ze helpen om te voldoen aan de diverse leerbehoeften van leerlingen. Er is aangetoond dat sommige leerlingen zes keer meer tijd nodig hebben om iets te leren dan anderen. Hieruit blijkt het belang van gepersonaliseerd leren voor ieders succes.

Het BHV-model maakt onderwijs uitdagender voor alle leerlingen. Het doet dit door niet alleen de tijd aan te passen. Ook de inhoud van het onderwijs wordt aangepast. Dit heeft een positieve invloed op de motivatie en prestaties van alle leerlingen. Directe instructie speelt hierbij ook een positieve rol, vooral in vakken als taal en wiskunde.

John Hattie laat in “Visible Learning” zien dat directe instructie goed werkt voor de leerprestaties. Leraren kunnen hiermee leerstof aanpassen aan het niveau van de leerling. Dit is vooral goed voor leerlingen die achterlopen. Extra tijd en begeleiding geven leerlingen meer kans om de minimumdoelen te behalen.

Early differentiëren stuit soms op kritiek. Men vreest negatieve effecten voor laagpresteerders. Maar, goed uitgevoerde differentiatie kan juist bijdragen aan een inclusievere leeromgeving. De sleutel tot succes is de juiste implementatie, met een focus op gepersonaliseerd leren.

Geef ruimte voor eigenaarschap

Leerling eigenaarschap bevorderen is key op het vmbo. Vmbo-leerlingen betrokken bij hun leerproces zijn meer gemotiveerd. Dit komt omdat ze controle hebben over hun leren.

Het is belangrijk dat docenten hen helpen met zelfregulatie en denkvaardigheden. Leerlingen die dit beheersen, kunnen hun leren beter managen. Ze leren effectiever met de juiste strategieën.

Leerlingen die eigen projecten leiden, zijn meer betrokken. Door hen te betrekken bij doelen en reflectie, voelen ze zich meer eigenaar. Zo werken ze gemotiveerder aan hun taken.

Adaptieve leerplatformen bieden op maat gemaakte leerervaringen. Ze passen zich aan aan het niveau van de leerling. Ook helpt het betrekken bij klasregels bij het bouwen aan eigenaarschap.

Als docenten stimuleer je eigenaarschap met feedback en keuzes. Het is een langzaam proces. Maar uiteindelijk creëert het gemotiveerde en zelfstandige leerlingen.

Positieve feedback geven

Positieve feedback helpt de motivatie van vmbo-leerlingen te verhogen. Feedback speelt een sleutelrol in hun leerprestaties. John Hattie benadrukte dit in 2009. Maar, niet alle feedback werkt even goed. Onderzoek door Kluger & DeNisi in 1996 liet zien dat sommige feedback zelfs negatief kan zijn. Daarom is het belangrijk om te weten hoe je het effectief geeft.

Informatierijke feedback verbetert prestaties sterk. Correctieve feedback geeft maar een klein positief effect, volgens onderzoek uit 2020. Belangrijk is dat feedback aansluit bij leerdoelen en succescriteria. Dit verhoogt de kans op succes, zeggen Nicol & MacFarlane-Dick in 2006. Goed begrip van die criteria is essentieel.

Vygotsky zei dat feedback moet passen bij wat de leerling kan, maar toch uitdagend moet zijn. Directe feedback helpt bij simpele vaardigheden. Voor complexe taken is uitgestelde feedback beter, volgens Shute in 2008. Feedback die je met jezelf laat vergelijken werkt beter dan vergelijken met anderen.

Een gesprek over hoe je iets hebt aangepakt helpt enorm. Dit maakt feedback het meest effectief. Het gaat om de vragen: “Wat wil je bereiken?”, “Waar sta je?” en “Hoe ga je verder?”. In klassen waar docenten goede feedback geven, zijn leerlingen veel gemotiveerder.

  • Positieve feedback over het werk en het leerproces is essentieel.
  • Feedback die past bij leerdoelen en succescriteria werkt het best.
  • Praten over je aanpak maakt feedback verwerken effectiever.

Conclusie? Positieve en effectieve feedback methoden zijn erg belangrijk. Ze helpen bij het motiveren en succesvol maken van leerlingen in het vmbo.

Gebruik van gamification

Gamification maakt leren leuker voor vmbo-leerlingen. Het gebruikt spel-elementen om onderwijs spannender te maken. Zo wordt leren niet alleen leuker, maar ook boeiender.

Spel-elementen zorgen dat leerlingen actiever betrokken raken. Vooral bij spel-based leren zien we dit effect. Leerlingen stellen doelen en krijgen directe feedback. Onderzoek laat zien dat gamification leerlingen met aandachtsproblemen sterk kan helpen.

Programma’s zoals Snappet en Rekentuin/Taalzee zijn populair in scholen. Kahoot en Genially passen spelelementen toe voor een meer interactieve leerervaring. ClassDojo beloont positief gedrag, wat leerlingen extra motiveert.

Onderzoek is positief over gamification, maar vragen over langetermijneffecten blijven. Gamers zijn vaak wel optimistisch en goed in samenwerken. Deze vaardigheden kunnen gamification ook in de klas stimuleren.

Gamification maakt leren interactief. Leerlingen worden continu uitgedaagd. Dit helpt hen om creatief en probleemoplossend te denken.

Er zijn veel digitale tools beschikbaar voor docenten. Zo is het implementeren van gamification in lessen eenvoudiger dan ooit. Dit kan helpen bij het vinden van de juiste balans in uitdagingen, wat een positieve instelling bevordert.

Sociale en emotionele ondersteuning

Sociale en emotionele steun is heel belangrijk voor vmbo-leerlingen. Er is aangetoond dat een schoolbrede aanpak het beste werkt. Deze aanpak verbetert niet alleen sociaal contact, maar ook het welzijn van leerlingen. Scholen met SEL-programma’s zien tot 11% betere resultaten.

Bij het Tabor College d’Ampte maakte het Kracht in Controle programma een groot verschil. Dit leidde tot een prettigere sfeer en een betere leerplek. Ongeveer 35% van de leerlingen krijgt extra steun, wat goed is voor hun gevoel en sociale skills. Het Brandsmaschool in Bussum begint hier al vroeg mee, van groep 1 tot 8.

Deze steun is waardevol voor zowel leerlingen als leraren. Leraren vinden dat focus op sociale lessen hun werkplek beter maakt. Ook hebben studenten met deze vaardigheden minder last van pesten en zijn ze meer betrokken, volgens MarketResponse (2020).

Een belangrijk deel is het gevoel van verbondenheid en zelfstandigheid bij leerlingen. De zelfdeterminatietheorie laat zien dat dit tot betere prestaties leidt. Bijvoorbeeld bij het Tabor College d’Ampte, waar iedereen zijn sociale en emotionele vaardigheden beoordeelt.

Een holistische aanpak helpt zowel leerlingen als leraren sociaal en emotioneel te groeien. Dit zorgt voor een veilige en ondersteunende omgeving. Belangrijk voor zowel schoolprestaties als persoonlijke ontwikkeling van vmbo-leerlingen.

Samenwerking met externe partners

Samenwerken met externe partners, zoals bedrijven, brengt voordelen. Het verrijkt de leerervaring van vmbo-leerlingen enorm. Ze krijgen praktische ervaringen en inzichten uit de echte wereld. Dit maakt het leren boeiender en nuttiger. Bijvoorbeeld, een project met een bedrijf laat leerlingen echte werkprocessen zien.

Onderzoek toont aan dat samenwerken met de gemeenschap goed is voor leerlingen. Het helpt niet alleen met praktisch leren maar ook met hun sociale vaardigheden. Deze voordelen zijn extra belangrijk voor kinderen van ouders die het minder breed hebben.

Scholen in Nederland hebben goede ervaringen met externe partners. Ze werken bijvoorbeeld samen met jeugdhulpprofessionals voor weerbaarheidstrainingen. Basisscholen in Den Bosch zijn hier succesvol in. In de VS gebruikt men het Interconnected Systems Framework voor een sterke samenwerking tussen onderwijs en geestelijke gezondheidszorg. Zo’n aanpak bereidt leerlingen goed voor op de toekomst. Zowel op de arbeidsmarkt als in hun persoonlijke ontwikkeling.

Over Andrea

Andrea Reijersen van Buuren is een ervaren onderwijscoach en trainer met meer dan 18 jaar ervaring in het basisonderwijs. Ze is gespecialiseerd in groepsdynamiek, leerkrachtcoaching en directiecoaching en helpt scholen bij het creëren van een veilig en positief leerklimaat. Als oprichter van Schoolgeluk traint en coacht ze leerkrachten, schoolteams en directies om samenwerking en welzijn binnen het onderwijs te verbeteren.

Andrea heeft een post-hbo-diploma Specialist Klassenkracht en is gecertificeerd in DISC en 3D gedragsanalyses. Daarnaast heeft ze zich verdiept in de Roos van Leary, Transactionele Analyse en de onderstroom in teams. Haar expertise ligt in gedragsontwikkeling, sociaal-emotioneel leren en het begeleiden van dynamische groepen.

Naast haar werk in het onderwijs heeft Andrea ook ervaring met coaching buiten het klaslokaal, zoals in de verslavingszorg en jongerenbegeleiding. Door haar brede kennis en praktijkgerichte aanpak weet ze effectief in te spelen op uitdagingen binnen schoolteams en klasgroepen. Haar methodes zijn gebaseerd op wetenschappelijke inzichten en direct toepasbaar in de dagelijkse onderwijspraktijk.

Met haar trainingen en coachingstrajecten ondersteunt Andrea scholen bij het versterken van teamdynamiek, het verbeteren van communicatie en het ontwikkelen van effectieve strategieën voor gedragsmanagement. Ze wordt door collega’s en directies geprezen om haar praktische en inspirerende aanpak, en haar vermogen om theorie en praktijk moeiteloos te verbinden.