Intrinsieke motivatie is superbelangrijk voor leerlingen. Het maakt leren leuker en zinvoller. Leerkrachten kunnen helpen door autonomie, competentie en relaties te stimuleren. Deze zijn volgens Deci en Ryan essentieel voor motivatie. Luc Stevens zegt ook dat relaties heel belangrijk zijn in het leerproces.
Leren voor een toets werkt maar tijdelijk. Maar als leerlingen zelf mogen kiezen, raken ze echt gemotiveerd. A. Bandura’s onderzoek zegt: als je denkt dat je iets kunt, dan ben je meer gemotiveerd. ‘Leren zichtbaar maken’ helpt leerlingen hun doelen en vooruitgang te zien. Dat is goed voor hun zelfvertrouwen en motivatie.
Goed onderwijs speelt in op wat leerlingen nodig hebben. Dat maakt ze meer gemotiveerd en trots. Leerlingen met eigen leerdoelen doen het beter. Dus, leerkrachten moeten technieken gebruiken die leerlingen écht motiveren.
Wat is intrinsieke motivatie?
Intrinsieke motivatie komt van binnenuit. Het gaat over activiteiten doen die je leuk of interessant vindt, zonder dat je daarvoor een beloning van buitenaf krijgt. Deze motivatie zorgt voor meer plezier en betrokkenheid bij het leren. Het is heel belangrijk voor educatie. Het betekent dat je iets leert omdat je het zelf graag wilt, niet omdat het moet.
Onderzoek van het OECD laat zien dat gemotiveerde leerlingen beter presteren. Een goede en veilige leeromgeving is hierin essentieel. Deci & Ryan’s zelfdeterminatietheorie noemt drie belangrijke behoeften: relatie, competentie en autonomie. Als leerlingen een sterke band hebben met hun leraar, presteren ze beter en zijn ze meer gemotiveerd.
Leerlingen moeten voelen dat ze zelf mogen kiezen hoe ze leren. Door hun keuzes te geven in wat ze doen en hoe ze het doen, krijgen ze meer controle. Goede feedback, die persoonlijk is en hun vooruitgang laat zien, helpt ook. Dit alles verhoogt de intrinsieke motivatie, wat leerlingen helpt beter te presteren en zich beter te voelen.
Om de motivatie te verbeteren, zijn er tips. Zorg voor een veilige klas en geef leerlingen vrijheid in hun leeractiviteiten. Belangrijk is om feedback te geven die echt persoonlijk is. Het ervaren van succes, zoals Vu et al. (2021) laten zien, is ook heel belangrijk voor motivatie.
Waarom is motivatie belangrijk op basisscholen?
Motivatie speelt een cruciale rol op basisscholen. Onderzoek toont aan dat gemotiveerde leerlingen beter presteren. Dit geldt zowel voor hun schoolwerk als voor hun sociale vaardigheden. Hierdoor is motivatie onmisbaar; het zorgt voor een goede leerbasis en een positief schoolklimaat.
Leerlingen doen het beter als ze gemotiveerd zijn. Docenten zien dat de motivatie van leerlingen hun betrokkenheid en moed om nieuwe dingen te proberen verhoogt.
In Nederland ligt de motivatie van leerlingen lager dan bij leeftijdsgenoten in andere landen. Een oorzaak is de ‘moetivatie’, waarbij leerlingen leren omdat het moet. Deze motivatie zorgt voor oppervlakkig leren en minder goede resultaten op langere termijn.
Autonomie en structuur zijn belangrijk voor motivatie. Leraren die focussen op inzet en ontwikkeling stimuleren zelfmotivatie bij leerlingen. Dit toont het belang van persoonlijke ontwikkeling bij leerkrachten, die motiverende strategieën moeten kennen.
De Universiteit Utrecht vond dat het gebruik van informatieve taal de motivatie verbetert. Dus, het vermijden van ‘moeten’ en het stimuleren van interesse helpt. Ook hier is de ontwikkeling van leerkrachten belangrijk. Ze leren hoe ze effectief kunnen motiveren.
Samengevat heeft motivatie een grote invloed op leren en het schoolklimaat. Via de ontwikkeling van leerkrachten en het creëren van een motiverende omgeving kan leerplezier verbeterd worden.
Kenmerken van gemotiveerde leerlingen
Gemotiveerde leerlingen zijn enthousiast, nieuwsgierig en actief in het leerproces. Ze tonen kenmerken die de klas positief beïnvloeden. Enkele belangrijke kenmerken van gemotiveerde leerlingen zijn:
- Initiatief en zelfstandigheid: Deze leerlingen nemen zelf het initiatief. Ze stellen vragen, zoeken informatie en werken zelfstandig.
- Positieve houding: Ze staan positief tegenover leren. Hun positieve energie heeft een goed effect op de hele klas.
- Open voor uitdagingen: Ze zijn niet bang voor moeilijkheden. Uitdagingen zien ze als een kans om te groeien.
- Hoog niveau van veerkracht: Ze geven niet snel op bij tegenslagen. Hun doorzettingsvermogen helpt hen en de klas verder.
Gemotiveerde leerlingen maken de leeromgeving beter voor iedereen. Onderzoek laat zien dat ze dieper leren en beter presteren. Dit komt door hun intrinsieke motivatie.
Leerkrachten moeten werken aan een goede klasdynamiek. Dit door de intrinsieke motivatie van leerlingen te stimuleren. Autonomie, competentie en verbondenheid zijn hierbij belangrijk. Zo helpen leerkrachten gemotiveerde leerlingen te ontstaan en te groeien.
Hoe herken je motivatie bij leerlingen?
Om motivatie bij leerlingen te zien, moet je goed opletten. Een gemotiveerde leerling doet actief mee in de les. Ze tonen veel interesse in wat er wordt geleerd. Je ziet ze vaak vragen stellen en meedoen met discussies.
Ze willen extra moeite doen. Van meer huiswerk maken tot anderen helpen. Dat laat zien dat ze echt betrokken zijn.
De band tussen leerkracht en leerling is ook belangrijk. Een sterke relatie maakt het makkelijker om motivatie op te merken. Goede relaties zorgen voor open gesprekken. Daardoor zie je sneller veranderingen in hun motivatie.
Strategieën om leerlingen te motiveren
Leerlingen motiveren is vaak een grote uitdaging voor leerkrachten in het basisonderwijs. Er zijn echter verschillende strategieën die echt kunnen helpen. Het bieden van keuze en autonomie aan leerlingen is zo’n effectieve methode. Dit maakt ze meer betrokken en gemotiveerd.
Relevante en interessante leerervaringen opzetten is ook belangrijk. Als leerstof aansluit bij wat leerlingen boeiend vinden, zijn ze meer betrokken. Het toevoegen van spelvormen en wedstrijdelementen kan de motivatie eveneens verhogen. Leren wordt dan niet alleen leerzaam, maar ook leuk.
Positieve feedback en steun zijn essentieel. Door leerlingen complimenten te geven en te focussen op wat ze goed doen, bouw je hun zelfvertrouwen op. Dit moedigt ze aan om door te zetten en hun best te blijven doen.
Coachingsvaardigheden spelen een sleutelrol in motiverend onderwijs. Ze helpen bij het geven van de juiste autonomie en het opbouwen van relaties. Onderzoek door de OECD in 2013 en 2010 toont aan dat deze aanpak effectief is. Het werkt voor alle leerlingen, ongeacht hun achtergrond.
Het belang van doelgericht leren
Doelgericht leren helpt leerlingen bij het stellen van duidelijke doelen. Dit verhoogt hun motivatie en resultaten. Het leidt ook tot een grotere betrokkenheid. Plus, leerlingen voelen zich goed als ze hun doelen bereiken. Werken aan doelen helpt bij het ontwikkelen van belangrijke vaardigheden voor later succes.
Specifieke en meetbare doelen stellen, bekend als SMART, verbetert de focus en prestaties. Als leerlingen zelf doelen stellen, zijn ze meer gemotiveerd. Ze nemen ook meer verantwoordelijkheid voor hun leren.
Formatieve evaluaties zijn belangrijk voor het volgen van vooruitgang. Goede feedback kan de resultaten met wel 20-30% verbeteren. Het gebruik van visuele hulpmiddelen verhoogt de focus met 25%.
Zelfreflectie verbetert zelfregulatie met 15-20%. Projectmatig leren met duidelijke doelen kan de resultaten met 30% verhogen. Dit maakt lesstof relevanter, met een verhoging van 40%.
Sommige leerlingen vinden het lastig om zonder hulp gefocust te blijven. Ongeveer de helft verliest de focus als doelen niet vaak besproken worden. Onduidelijke doelen kunnen de prestaties met 20-40% verlagen.
In Nederland zijn leerlingen vaak minder gemotiveerd dan in andere landen, volgens de OECD in 2016. Hun motivatie daalt na het eerste jaar voortgezet onderwijs. Dit toont het belang van resultaatgericht lesgeven en realistische doelen stellen.
Betrek ouders bij de motivatie van hun kinderen
Ouderbetrokkenheid is super belangrijk voor hoe gemotiveerd kinderen zijn. Studies laten zien dat kinderen beter scoren op school als hun ouders meedoen – wel 10-30% beter. Als ouders laten zien dat schoolwerk belangrijk is, helpt dat kinderen enorm.
Thuis een fijne plek maken waar leren leuk is, doet ook veel. Ouders kunnen helpen door te praten over school en een rustige plek te maken voor huiswerk. Die support zorgt voor minder stress en helpt kinderen hun huiswerk af te maken.
Goed praten tussen ouders en leraren is ook super belangrijk. Ouderavonden en apps gebruiken houdt ouders op de hoogte. Dit zorgt voor betere cijfers, soms wel 10-20% beter.
Thuis helpen met praten en lezen is ook goed voor de taal van kinderen. Veel praten met kinderen helpt hun woordenschat te groeien. Een goede dagelijkse routine helpt ook.
Workshops voor ouders zijn ook een goed idee. Ze leren dan hoe ze thuis kunnen helpen met leren. Dat kan de prestaties op school met 15% verbeteren. Meedoen in schoolcommissies maakt het nog beter voor iedereen.
Kort gezegd, als ouders meedoen op school en thuis, helpt dat kinderen veel. Ze worden dan beter op school en zijn blijer. Dat is goed voor iedereen.
Pas je onderwijsmethode aan
Leerkrachten kunnen de motivatie van leerlingen verhogen door hun onderwijsmethoden aan te passen. Dit kan door diverse strategieën te gebruiken. Bijvoorbeeld gepersonaliseerd leren en meer persoonlijke begeleiding en coaching. Studies laten zien dat tools als IguideME, die in Canvas zijn geïntegreerd, effectief zijn.
Leerlingen hebben vaak te maken met veel toetsen, soms wel 148 per jaar. Dit zorgt voor stress en kan hun motivatie verlagen. Het is dus belangrijk dat docenten hun methodes aanpassen. Ze moeten zorgen dat cijfers meer zijn dan alleen beoordelingen en de interesse van kinderen niet verliezen.
Leerkrachten kunnen met praktijkgerichte coaching een betere leeromgeving make voor middelbare studenten. Het IguideME project laat zien dat de combinatie van blended learning en learning analytics werkt. Door samen te werken met instellingen als de VU en RUG, wordt IguideME nog verder verbeterd.
Het verbeteren van onderwijsmethoden vraagt om flexibiliteit van leerkrachten. Ze moeten openstaan voor nieuwe manieren van lesgeven. Door te focussen op de behoeften van leerlingen en nieuwe technieken te gebruiken, wordt leren leuker en effectiever.
Leerlingparticipatie en samenwerking bevorderen
Als leerlingen actief meedoen in de klas, voelen ze zich meer betrokken en gemotiveerd. Het betrekken van leerlingen bij het schoolbeleid zorgt voor 30% meer verantwoordelijkheidsgevoel. Dit leidt tot betere prestaties, soms wel 20% beter. Door actief mee te doen, bijvoorbeeld in leerlingenraden, zijn leerlingen 25% meer tevreden.
Door vaak om feedback te vragen, stijgt de deelname van de leerling met 35%. Zo voelen zij zich sterker verbonden met hun school, en dit maakt hen 50% tevredener. Het versterkt ook de samenwerking tussen leerlingen en leerkracht met 30%. Onderzoek toont aan dat dit hen helpt om beter te presteren, met 25% meer kans op uitblinken.
Deelname aan het organiseren van activiteiten helpt leerlingen om sneller leiders te worden, met een toename van 20%. Dit is cruciaal omdat het niet alleen leerresultaten verbetert. Het maakt hen ook tot actieve burgers. Scholen die hierop focussen zien minder uitval en betere resultaten, blijkt uit onderzoek.
Hoogbegaafde leerlingen profiteren vooral van deze methode. Zij hebben behoefte aan meer uitdaging en zelfstandigheid. Door deel te nemen voelen ze zich minder alleen. Volgens studies voelen zij zich sterker verbonden, wat leidt tot een betere schoolcultuur en minder conflicten.
Samenwerkend leren laat leerlingen van elkaar leren en samen problemen oplossen. Door groepswerk verbeteren zij hun vaardigheden en creëren een inclusievere klas. Coöperatieve werkvormen zijn ook een goed hulpmiddel hierbij.
Samengevat, actieve deelname en samenwerken maken het leren leuker en zinvoller. Het steunt bovendien hun sociale en emotionele groei.
Het meten van motivatie en succes
Het meten van leerprestaties en motivatie is cruciaal. We willen weten hoe gemotiveerd leerlingen echt zijn. De Self-Regulation Questionnaire-Academic (SRQ-A) is een populaire methode. Deze heeft 4 vragen met elk 8 stellingen en gebruikt een 4-punts Likertschaal. De vragenlijst meet verschillende soorten motivatie: extrinsiek, introjected, geïdentificeerd en intrinsiek.
De Relatieve Autonomie Index (RAI) kijkt hoe autonoom een leerling gemotiveerd is. Een hoge score betekent meer intrinsieke motivatie. Ook de Intrinsic Motivation Inventory (IMI) is handig. Het heeft 22 stellingen en een 7-punts Likertschaal. Het meet factoren zoals plezier, spanning, autonomie en competentie.
Een ander instrument is de Dimensions of Mastery Questionnaire (DMQ). Deze heeft 45 vragen en een 5-punts Likertschaal. Ouders, leraren en leerlingen kunnen het invullen. Dit geeft verschillende kijkpunten op motivatie.
Goede leerprestaties en motivatie meten is belangrijk. Het laat de vooruitgang zien en helpt bij het verbeteren van lesmethodes. Als leraren deze inzichten gebruiken, kunnen ze hun lesaanpak verbeteren. Onderzoek toont aan dat steun voor autonomie van leraren de motivatie ook verhoogt. Dit geldt voor alle leerlingen. Het maakt ze gelukkiger op school en zorgt voor betere resultaten.
www.schoolgeluk.nl